Welke kant op is vooruit? De relatie tussen crisis en vooruitgang

0 Flares 0 Flares ×

Tekst: Andrea Reuvers

‘Wij leven in een bezeten wereld. En wij weten het,’ zou de historicus Johan Huizinga hebben gezegd. Corona heeft ons in de greep, en laat ons voorlopig niet meer los. Steeds strakker klemt zij zich om de samenleving heen, en we voelen ons benauwd. ‘Het zou voor niemand onverwacht komen als de waanzin ineens uitbrak in een razernij, die onze arme … mensheid zou achterlaten in verstomping en verdwazing, met de motoren nog draaiend en de vlaggen nog wapperend, maar de geest geweken.’

Hoewel deze ondergangsstemmingen de cultuurcrisis van de jaren 1930 betreffen, is de actualiteit van Huizinga’s diagnose onmiskenbaar. Hoe zorgen we er vandaag de dag voor dat de waanzin niet uitbreekt in razernij? Hoe zorgen we dat de samenleving overgaat naar een ‘nieuwe, stabiele fase’?

Sinds de komst van het intellectueel, moreel en sentimenteel optimisme van de achttiende eeuw associëren we de term ‘vooruitgang’ met bigger and better. Het begrip moet sindsdien de belofte inhouden van een toename in waarde of geluk. Maar dit is vreemd, want strikt genomen duidt het enkel een richting aan: vooruit. En omdat de toekomst telkens oningevuld blijft, kan ‘vooruit’ verbetering inhouden, maar ook crisis. ‘Het kan immers zijn,’ legt Huizinga uit, ‘dat er iets verder op het pad een brug is ingestort of een aardspleet is ontstaan.’

In een tijd van crisis stopt de vooruitgang dus niet. Zij stopt nooit. We kunnen er alleen niet langer het waardeoordeel ‘bigger and better’ op plakken, waardoor we concluderen dat crisis de vooruitgang onderbreekt. Maar niets is minder waar. Vooruit is de enige richting die we kunnen gaan, en al zouden we willen, we kunnen niet terug. Vooruitgang is, net als crisis, een voortschrijdend en onomkeerbaar proces. ‘Wij allen, hoe ook gezind of gericht, weten dit: wij kunnen niet terug, wij moeten er doorheen,’ aldus de historicus.

De vraag die relevant wordt is daarom niet hoe we de crisis kunnen omzeilen, maar hoe we ons ertoe moeten verhouden. Om een nieuwe, stabiele fase te bereiken moeten de oogkleppen worden afgezet, zodat we ons realiseren dat we in een aardspleet kunnen donderen en over bruggen lopen met instortgevaar. En dat dat bij vooruitgang hoort. Want gevaarlijker dan de crisis zelf is het naïeve geloof dat alles wel goed komt, of dat alles kapotgaat. ‘Tussen een overtuigd … pessimisme en de zekerheid van een aanstaand paradijs op aarde staan diegenen die de ernstige gebreken van het heden zien, die niet weten hoe die gerepareerd kunnen worden, maar die werken en hopen, die proberen te begrijpen en bereid zijn te dragen.’

Door bewustzijn te creëren en kennis te verspreiden kan de naïviteit worden weggenomen, zodat we weloverwogen keuzes kunnen maken. Zodat we feit van fictie kunnen onderscheiden. En zodat de waanzin niet uitbreekt in razernij. Want kennis – even dubbelzinnig als vooruitgang – heeft de wonderlijke eigenschap dat zij groeit als je haar deelt.

0 Flares Twitter 0 Facebook 0 Google+ 0 LinkedIn 0 0 Flares ×

Reageer