RATIONELE PLANTEN. VEGETATIEVE FILOSOFIE

0 Flares 0 Flares ×

iFilosofie #15

Tekst: Erno Eskens
Video: Conny van der Meer

In 1748 publiceert de Franse filosoof Julien Offray de Lamettrie een klein maar explosief boekje: L’Homme machine. Centrale stelling: de mens is een apparaat, een mechanisme dat reageert op impulsen. LaMettrie trekt zijn conclusie op basis van jaren anatomisch onderzoek. Spieren lijken op touwen en gewrichten lijken op scharnieren. Verder is het allemaal chemie en mechanica. En de ziel dan? De ziel, tja… die heeft Lamettrie tijdens zijn werk nergens aangetroffen. Niet in de musculatuur, niet in de ingewanden en zelfs niet in het brein. Goed, bij anatomie heb je te maken met dode mensen, waar de ziel dus mogelijk al uit is vertrokken, maar heeft iemand die vermeend onstoffelijke ziel, die bron van onze taal ’n onze uniciteit, dan ooit in een levend mens aangetroffen? Niemand!, stelt LaMettrie. Bovendien: gooi een man wat alcohol in de keel en zijn vermeend onstoffelijke ziel begint zich anders te gedragen. Hoe kan de ziel, die toch onstoffelijk moet zijn, zo veranderen onder invloed van aardse zaken als opium, alcohol of een lobotomie? De enige logische verklaring is natuurlijk dat de onstoffelijke ziel een onzinconcept is en dat ook ons denken onderworpen is aan de stoffelijke wetten van de chemie ‘en de mechanica. Hierin onderscheidt onze ‘ziel’, of laten we maar ons brein noemen, zich niet van die van dieren. En misschien dat dieren dus ook wel gedachten hebben. Anatomisch lijken ze in elk geval zo op ons dat ze best in staat zouden kunnen zijn om planmatig en rationeel te denken.

Slechts actie en reactie

In 1748 kun je zoiets niet zomaar opschrijven, want wie de ziel ontkent, ontkent ook God, de maker van alle zielen. En dus proberen de censoren Lamettries boek uit de schappen te verwijderen en krijgt de Leidse drukker Luzac straf voor het produceren van dit ongodistische geschrift. Intussen is LaMettrie al weer bezig met een vrolijk vervolg: L’Homme plante. In dit boek beweert hij dat de mens eigenlijk ook niet wezenlijk verschilt van de plant. Zoals de plant naar het licht draait, zo beweegt ook de mens zich door het leven: een kwestie van chemische reacties, zintuigen en behoeften, ofwel een kwestie van actie en reactie.

Doortrapte manipulatoren

Het onlangs verschenen boek Plantaardig, vegetatieve filosofie van de Leidse emeritus hoogleraar Wouter Oudemans en archeoloog en filosoof Norbert Peeters is een waardige opvolger van L’Homme plante. Aan de hand van tal van voorbeelden laten de Leidse filosofen zien dat plant en dier niet veel van elkaar verschillen. Net als Lamettrie schuwen ze de antropomorfismen daarbij niet. Zo lezen we dat planten zintuigen hebben die niet of nauwelijks van die van de mens verschillen: ‘Niet alleen mensen zien planten, planten zien op hun manier mensen. Zij zien wanneer je als mens in hun buurt komt, wanneer je over hen heen buigt, of je in blauw of in rood gekleed bent, of je je huis hebt geschilderd en of hun potten verplaatst hebt. Planten maken op basis van hun perceptie kosten-baten analyses.’

Bloemen zijn echt niet passief,
​
maar manipulatoren van het dierenrijk ​
met eigen dynamische strategieën

Oudemans en Peeters rekenen ook af met de illusie dat planten slechts passief reageren op impulsen en dus niet planmatig te werk zouden gaan. ‘Als bloemen een ding duidelijk maken, dan is het dat zij echt niet passief zijn, maar via drogering het gedrag van dieren rechtstreeks beïnvloeden. Ze zijn doortrapte manipulatoren van het dierenrijk met eigen dynamische strategieën.’ Zo maken ze soms lokstoffen om vijanden van rupsen of luizen aan te trekken. Er is zelfs een plant met een bloem die de vorm heeft aangenomen van een vrouwtjesbij, met als gevolg dat de mannetjes met de bloem copuleren, waarbij het hitsige bijtje onder het stuifmeel komt te zitten dat hij vervolgens weer naar andere planten overbrengt. Het is een effectieve en doortrapte manier – bewuste deceptie! – waarop de plant voor nageslacht zorgt.

Samenwerking

Planten blijken ook, net als mensen, zeer sociale wezens. Ze dragen voedsel aan elkaar over via de wortelen en waarschuwen elkaar voor vijanden door signaalstoffen af te geven. Andere planten die deze signalen oppikken, kunnen dan snel, met wat chemische reacties, hun blaadjes minder smakelijk maken voor herbivoren. Wie houdt van de geur van versgemaaid gras, moet zich bedenken dat we hier feitelijk te maken hebben met zo’n signaalstof; een stof waarmee intelligente wezens elkaar waarschuwen voor aanstormend gevaar. (Wie durft zo’n geur nog lekker te noemen?)

Menselijke samenwerking en cultuur
​
zijn zelf een variant van natuurlijke ​
samenwerking. 

Planten werken overigens niet alleen met elkaar samen maar ook met schimmels, insecten en andere dieren. Ook op dit punt verschillen planten en mensen weer niet van elkaar, stellen de Darwin geïnspireerde Oudemans en Peeters; ook mensen waarschuwen elkaar voor gevaar omdat dit een evolutionair voordeel heeft en ook mensen geven elkaar voedsel om de vriendschap goed te houden. ‘De semantische betekenis van dit alles. De aloude tegenstelling tussen mensen als sociale, humane wezens en dieren en planten die dat niet zouden zijn verliest zijn kracht. Menselijke samenwerking en cultuur zijn zelf een variant van natuurlijke samenwerking. De semantische tegenstelling tussen natuur en cultuur, tussen een natuurlijk toestand en een beschaafde kan als categoriële oppositie niet gehandhaafd blijven. Daarmee ontstaat een semantisch vraagstuk: wat is de status van de menselijke sociale en culturele natuur als mutant van de natuurlijksamenwerking.’

Plantenleed

Je zou verwachten dat de auteurs na deze conclusie een hoofdstuk over het voorkomen van leed bij planten en over de noodzaak van plantenrechten zouden schrijven, maar geen woord over deze onderwerpen. Plantaardig is een bijzonder lezenswaardig en fascinerend boek, vol leuke weetjes, prachtige en kleurenillustraties, eigenzinnige analyses en verrassende inzichten, maar het lijkt of de auteurs de conclusie vergaten te schrijven.

Wat betekent het allemaal voor de manier waarop wij met planten omgaan? Wat betekent het als planten plannen maken, belangen hebben, elkaar waarschuwen, strategieën ontwikkelen en communiceren? Wat betekent dat voor de manier waarop wij met die planten en bomen om moeten gaan? Misschien zijn de auteurs, net als hun voorganger LaMettrie, al stiekem bezig met het schrijven van een spannend vervolgboek waarin deze kwesties zonder schroom worden besproken. Laat ons hopen, want dit smaakt naar meer.

0 Flares Twitter 0 Facebook 0 Google+ 0 LinkedIn 0 0 Flares ×

Related Posts

9200000079579203

Ik ben omdat wij zijn

enz.

Hoe is het om Wilders te zijn?

Paridon, Marlou van 2018 (5) Socratisch-gesprek-voor-beginners (3)

Het socratisch gesprek als houding voor werken en leven

denken over dieren

Het unieke dier

Reageer