Ongelukkig zijn is zo slecht nog niet

0 Flares 0 Flares ×

Nederland zou een van de gelukkigste landen ter wereld zijn. We ervaren veel welvaart, zonder oorlogen of extreme armoede. Tegelijkertijd groeien de wachtlijsten voor psychische hulpverlening en neemt het gebruik van antidepressiva toe. Dirk De Wachter ziet deze problemen dagelijks in zijn werk als psychiater. Hij probeert deze paradoxale situatie te begrijpen in zijn essay De kunst van het ongelukkig zijn, en doet dat op een toegankelijke en meeslepende manier.

Tekst: Tessa van Rijssel

Geluk is voor velen het ultieme doel in het leven. En dat is nou juist het grote probleem, zegt De Wachter. Dat streven naar geluk hebben we tegenwoordig nogal consumentistisch ingevuld: we willen alsmaar duurdere auto’s en verdere reizen. Daarnaast etaleren we ons geluk maar al te graag op Facebook en Instagram. Tegen die ‘geluksmaatschappij’ wil De Wachter een ander geluid bieden. Af en toe ongelukkig zijn is namelijk zo slecht nog niet.

Onze tijd volgens De Wachter
De welvaart en wetenschappelijke vooruitgang in de afgelopen decennia hebben ons overmoedig gemaakt. Geluk, en dus ook ongeluk, zien we als maakbaar. En voor wat we zelf maken, zijn wij verantwoordelijk. Daarom stoppen we onze tegenslagen zo veel mogelijk weg. We delen onze pijn en ons verdriet niet meer, waardoor ons onderling contact oppervlakkig blijft. En die eenzaamheid is eigenlijk het grote probleem. Want ongelukkig zijn is niet zo erg, maar wel als je het niet kunt delen.

We stappen veel te veel naar de psychiater met ons leed. Ongeluk zien we tegenwoordig steeds meer als een ziekte, waarvoor dokters, therapieën en pillen nodig zijn. De Wachter pleit voor een bredere opvatting van een normaal leven, in plaats van de medicalisering van verdriet. Ook ongelukkige emoties en gebeurtenissen maken deel uit van een normaal leven, en bovendien mogen we daarover best met elkaar praten. We kunnen elkaar wat vaker helpen, in plaats van op consult gaan bij de psychiater. Dat zorgt tenminste voor échte nabijheid, in tijden van Twitter en WhatsApp. Niet de anderen zijn de hel, zoals Sartre schreef, maar het gebrek aan anderen, dát is de hel, zegt De Wachter. Als we op ongelukkige momenten daarover spreken met anderen, geven die momenten betekenis en zin aan ons leven. Zo zorgt ongeluk misschien toch een beetje voor geluk.

‘Ongeluk zien we tegenwoordig steeds meer als een ziekte, waarvoor dokters, therapieën en pillen nodig zijn.’

Wees ook eens ongelukkig
Het meeslepende betoog van De Wachter maakt De kunst van ongelukkig zijn plezierig en gemakkelijk leesbaar. De ‘geluksmaatschappij’ die De Wachter beschrijft zal herkenbaar zijn voor veel lezers. We ervaren allemaal hoe iedereen veelal de beste versie van zichzelf toont, bijvoorbeeld op sociale media. Het is dan een geruststellende gedachte dat je je ook weleens even ongelukkig mag voelen – en dat je dan niet per se heel hard je best moet doen om zo snel mogelijk weer blij te zijn.

Gedurende het betoog poneert De Wachter wel wat provocerende stellingen zonder onderbouwing. Bijvoorbeeld dat hechtingsproblematiek de eigenlijke oorzaak van de MeToo-incidenten is. Of dat jongeren alleen maar achter hun computerscherm zitten zonder oprechte verbindingen met anderen aan te gaan. Hier ontbreekt naar mijn mening een beetje nuance. Waarom zou bijvoorbeeld het gebruik van sociale media per definitie het aangaan van diepgaande verbindingen tegenhouden? Dit soort stellingen maken zijn betoog minder sterk.

‘Ongelukkig zijn is niet zo erg, maar wel als je het niet kunt delen.’

Allemaal anders ongelukkig
De conclusie van De kunst van het ongelukkig zijn lijkt op het eerste gezicht aantrekkelijk. Ik denk dat het accepteren van ongeluk als normaal onderdeel van het leven inderdaad belangrijk is. Maar dat we gewoonweg wat betere verbindingen met elkaar moeten aangaan – en weg moeten blijven van de psychiater – is niet voor iedereen even geruststellend. Eigenlijk biedt dit boekje alleen troost aan mensen die af en toe ongelukkig, maar niet eenzaam zijn. De Wachter herinnert hen eraan dat verdriet dragelijker wordt zodra je het deelt met de mensen om je heen. Ongelukkig zijn is niet het probleem, eenzaamheid wel.

Ik ben bang dat De Wachter wat te idealistisch is voor de groep mensen die ongelukkig én eenzaam is. Voor mensen die langdurig lijden onder depressieve gevoelens kan het onmogelijk zijn om verbindingen aan te gaan in onze individualistische maatschappij. Ik denk dan ook dat de eenzame ongelukkigen het niet eens zouden zijn met het idee dat ongeluk misschien toch gelukkig maakt. Ook De Wachters negatieve houding ten opzichte van sociale media en internet gaat voor deze groep niet per se op. Wanneer iemand met psychische problemen in een isolement zit, worden contacten met anderen, bijvoorbeeld lotgenoten, juist via het internet toch mogelijk. Internet kan dan een uitweg bieden uit eenzaam ongeluk.

Al met al zal de doorgewinterde filosoof het essay van De Wachter wellicht wat oppervlakkig vinden. Maar het zet wel een breed publiek aan het denken over belangrijke filosofische vragen omtrent geluk, zin en betekenis. De kunst van ongelukkig zijn zorgt er ook voor dat je je weer even wat minder druk maakt om de kleine tegenslagen. Het laat je stilstaan bij hetgeen er écht toe doet – de mensen om je heen en wat ze voor je kunnen betekenen.

Dirk De Wachter, De kunst van ongelukkig zijn. Amsterdam/Antwerpen: LannooCampus, 2019.

0 Flares Twitter 0 Facebook 0 Google+ 0 LinkedIn 0 0 Flares ×

Reageer