DE VELE GODEN VAN SAMUEL IJSSELING. DE MAN DIE HET POSTMODERNISME NAAR DE LAGE LANDEN BRACHT

0 Flares 0 Flares ×

De redactie van iFilosofie polste Samuel IJsseling of hij zin had om zijn eigen boek, Denken en danken, geven en zijn, te recenseren. Vijftig jaar na verschijning heeft een auteur toch wel voldoende kritische distantie om dat te doen. IJsseling liet weten voor het plan te voelen, maar helaas kwam het er niet meer van. Hij overleed op 14 mei jongstleden.

IFilosofie #14
Tekst: Erno Eskens

Voor buitenstaanders kwam zijn dood toch nog onverwacht, omdat hij met de jaren steeds gezonder leek te worden. Sinds hij gestopt was met roken, ging het steeds beter met hem. De dokter had hem verboden om nog langer te roken. Hij versleet meerdere pakjes Belga-sigeretten per dag, zoveel dat hij kuchend en piepend door het leven ging, en de paar honderd meter van zijn Leuvense huis naar het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte nog maar net kon bewandelen.

Zijn huis in Leuven stond vol met boeken. ‘Ze praten met elkaar’, vertelde hij me eens. Geen enkel boek kan op zichzelf bestaan. Ze hebben elkaar nodig, verwijzen naar elkaar en bouwen voort op elkaars inhoud. Op zijn bureau stond een oude typmachine met daarnaast een manuscript. IJsseling was het type denker dat geen computer nodig heeft. Hij dacht eerst lang na en schreef daarna pas zijn zinnen op. Hele boeken had hij in zijn hoofd. Het manuscript op zijn bureau had maar een enkele doorstreping.

 

Husserl-Archief

IJsseling werkte als hoogleraar filosofie in Leuven en was hoofd van het Husserl-Archief. Hij beheerde de erfenis van deze Duitse filosoof – dozen vol geschriften in een alleen voor ingewijden leesbaar steno. Husserls werk was tijdens de Tweede Wereldoorlog Duitsland uitgesmokkeld. In de jaren zeventig en tachtig was het Husserl-archief een trefpunt van jonge Franse filosofen. Zo ontmoette IJsseling Emanuel Levinas, Jacques Lacan en Jacques Derrida. Vooral met Derrida raakte IJsseling goed bevriend. Hij besloot diens werk in het Nederlandse taalgebied te introduceren. In de media werd hij daardoor gezien als de man die het postmodernisme naar de Lage Landen had gebracht.

 

Herontdekking van de ​
hermeneutiek

Net als Derrida bond IJsseling de strijd aan met eenduidigheid. Volgens hen is alles in deze wereld meerduidig. Er is geen wet zonder overtreding, en geen goed zonder kwaad. Bovendien is alles multi-interpretabel. Tegenover het discours van de eenduidige waarheid, bracht hij een nietzscheaanse waarheid in stelling: er is geen waarheid, alles is interpretatie, en hoe je precies interpreteert hangt af van het verhaal waarin je leeft. IJsseling specialiseerde zich in de interpretatiekunde, de zogenaamde hermeneutiek. We leven in narratieven, stelde hij, en deze vertellingen vormen onze identiteit.

IJsseling werd gezien als de man
die het ​
postmodernisme naar de Lage Landen had gebracht.

Hij zag de herontdekking van de hermeneutiek als een terugkeer naar de bakermat van onze cultuur. In het oude Griekenland geloofde men immers ook niet in één verhaal, niet in één waarheid, niet in één conclusie. Iedere god had een eigen en eigenzinnige kijk op de wereld. De schoonheid van deze polytheïstische levenshouding beschreef hij in Apollo, Dionysos, Aphrodite en de anderen, zijn eerste en nog altijd zeer lezenswaardige boek over de Griekse goden. Wereldbeelden horen vrolijk op elkaar te botsen, stelde IJsseling, omdat in die botsing de menselijke waardigheid verborgen ligt. Wie niet aan één verhaal onderworpen is, kan tussen de vertellingen door wandelen en het leven vanuit meer perspectieven bekijken. In deze vrije wandeling is iets van menselijke vrijheid te vinden; een vrijheid die hij miste in het christendom. Eerder had hij al zijn priesterkleed neergelegd. Hij was opgeleid bij de Augustijnen, maar voelde weinig voor het kloosterleven.

 

ISVW-iFilosofie #14 - Denken en danken geven en zijnHeidegger

Zo’n vier jaar geleden was IJsseling te gast in de ISVW-reeks Eminente denkers. Tijdens het interview dat ik toen met hem had, op video opgenomen, vertelde hij onder meer over zijn liefde voor de retorica. We moeten wel van retorica houden, meende hij, want we wonen in de taal. En tegelijk moeten we huiverige voor retorica zijn, want zoals een oude Griek al zei: het woord is een machtig heerser. Ook zijn ontmoeting met Heidegger kwam in het interview ter sprake. Als jonge filosoof trok hij naar het Duitse plaatsje Todtnauberg om er zijn grote held te ontmoeten. Heidegger woonde er in een boshut. Ze bespraken de erfenis van 2500 jaar filosofie, en nee, ze hebben het niet over de oorlog gehad.

Denken en danken, geven en zijn geldt nog altijd als een van de beste inleidingen op het werk van Heidegger. ​
En dat getypt op een oude handtypmachine.

Het heeft iets moois dat IJsselings eerste boek, het proefschrift over Heidegger, onlangs bij Vantilt opnieuw is uitgegeven. Denken en danken, geven en zijn geldt nog altijd als een van de beste inleidingen op het werk van de Duitse meester. En dat getypt op een oude handtypmachine.

0 Flares Twitter 0 Facebook 0 Google+ 0 LinkedIn 0 0 Flares ×

Related Posts

9200000079579203

Ik ben omdat wij zijn

enz.

Hoe is het om Wilders te zijn?

Onderweg in zijn en tijd Denker

De vergankelijke Heidegger

filosofie in een tijd van big data Madsbjerg

Met Heidegger achter de PC: hoe je zesde zintuig de wereld kan helpen

Reageer