WEG MET ROUSSEAU!

0 Flares 0 Flares ×

Kinderen van Rousseau. Een pamflet tegen de tijdgeest
Paul Claes

iFilosofie #13

Tekst: Rogier van der Wal

iFilosofie #13 - Kinderen van Rousseau - Paul ClaesHet lijkt zo´n aardig klein boekje, het pamflet tegen de tijdgeest van Paul Claes, maar vergis u niet: het is niet voor niets dat er een gestileerde guillotine op de voorkant staat afgebeeld. Claes is messcherp en heeft een flink aantal appelen te schillen met Jean-Jacques Rousseau. In totaal koestert hij tegen deze filosoof maar liefst twaalf verschillende grieven, die allemaal uitvoerig aan bod komen in dit schotschrift. Maar de eerste blik valt op een citaat van Victor Hugo dat de toon zet: ook hij gaf Rousseau de schuld. De daarop volgende Ode aan Rousseau die wat er men ’s mans theorieën mis was in een notendop samenvat, sluit af met:

“J.-J. Rousseau was groot.
Gelukkig ging hij dood
voordat een edele wilde
de wijsgeer levend vilde.”

In wat volgt wrijft Claes hem simplisme en primitivisme, sentimentalisme en obscurantisme en nog veel meer aan, telkens vertrekkend vanuit een treffend citaat, vaak van Rousseau zelf.

Met zijn eerste zin zet Claes gelijk de toon: “De aanhangers van Rousseau kennen hem niet, anders waren ze geen aanhangers van Rousseau.” Claes zet hem neer als geniale gek, als onprettig heerschap, als naarling voor vrouwen en kinderen (illustratief is het welbekende feit dat hij zijn eigen vijf kinderen allemaal te vondeling legde) en als naïeve liefhebber van vrijheid, blijheid.

Vanzelfsprekend is de toon scherp en wordt er flink gechargeerd, dat hoort bij pamfletten. Claes kan zijn bezwaren prikkelend verwoorden en is niet wars van mooischrijverij. Storend is dat hij meent en passant wat persoonlijke rekeningen te moeten vereffenen, waarbij de link met Rousseau er aan de haren bijgesleept lijkt te zijn. Wat is de toegevoegde waarde van een heel hoofdstuk over de vele in zijn ogen mislukte schrijversfoto’s die van Claes genomen zijn? Iets dat hij wijt aan ‘rousseauïaans dilettantisme’ van de beroepsfotografen, wat dat dan ook moge zijn. De enige wier foto wel in de smaak viel is de kortgerokte Layla Aerts. Maar natuurlijk!

Eveneens verdwaald is een hoofdstuk gewijd aan de grief van het analfabetisme, waarin Claes heel pedant afrekent met concullega-vertalers van James Joyce’s Ulysses door op de eerste pagina van hun bijna negenhonderd pagina’s omvattende vertaling maar liefst vijftien fouten aan te wijzen. Extrapolerend komt hij tot het wereldrecord van minimaal tienduizend fouten in één vertaling. Volstrekt onduidelijk is wat Rousseau hiermee te maken heeft.

Toch valt er wel degelijk het een en ander te genieten. Met de hyperbool als stijlfiguur weet Claes uitstekend om te gaan, en hij hanteert die vaardig wanneer hij zijn bezwaren tegen de idealisering van de kindertijd uit, die in zijn ogen doorgeslagen is en verkleutering en infantilisering heeft opgeleverd. Het zou onterecht zijn daar Rousseau alleen de schuld van te geven, maar allicht heeft hij er wel aan bijgedragen. Volgens Claes leidt te grote toegeeflijkheid van ouders tot kinderen die niet geleerd hebben om niet hun zin te krijgen, en die als ze zelf volwassen zijn vooral ontevredenheid en onvolwassenheid tentoonspreiden. In zijn ogen zijn zij de ware kinderen van Rousseau.

Ik denk eerlijk gezegd niet dat Claes helemaal recht doet aan Rousseaus opvattingen over het beroemde contrat social, daar is hij al te kort door de bocht. Ook ten aanzien van diens invloed op de Franse Revolutie zou een wat genuanceerder oordeel passender zijn. Maar het is wel mooi dat hij de mythe van de immer geëngageerde schrijver doorprikt, evenals pseudodiepzinnige kunstkritiek die essentiële informatie op of in de kunstwerken negeert of over het hoofd ziet. Van Rousseaus meer filosofische kant en de bezwaren die zijn denkbeelden oproepen zien we in dit pamflet daarentegen te weinig.

Het slot is dan wel weer te mooi om niet te citeren: “Wij, kinderen van Rousseau, hadden een beter voorbeeld moeten kiezen dan een vader die ons te vondeling heeft gelegd. Hopelijk zijn de kleinkinderen van Rousseau wijzer.”

Het schijnt dat De Bezige Bij van plan is om vaker dit soort pamfletten uit te brengen. Wie weet worden daarin nog meer filosofen door de mangel gehaald. Bijvoorbeeld Peter Sloterdijk of Slavoj Zizek zouden zomaar in aanmerking kunnen komen, want ook zij lokken controversiële reacties uit.

0 Flares Twitter 0 Facebook 0 Google+ 0 LinkedIn 0 0 Flares ×

Related Posts

9200000085930768

Politiek als waagstuk

queeste naar goed werk

Een queeste met perspectief

mensen maken

Geleide vrijheid en tijd verspillen – opvoeding volgens Rousseau. Een interview met Daan Roovers

ISVW-iFilosofie #14 - Onderwijsheid

WIJSHEID REVISITED. ONDERWIJSHEID UIT DE 4E EEUW VOOR CHRISTUS

Reageer