Geen gastvrijheid zonder achterblijven

0 Flares 0 Flares ×

Weten wij Europeanen nog wat achterblijven is? Kunnen we ons vandaag nog echt achterblijvers voelen? Die vragen nopen Marli Huijer tot een fenomenologische studie van de ervaring van achterblijven. De huidige vluchtelingenproblematiek in Europa maakt zo’n onderzoek urgent. Want als Huijer zich afvraagt of wij nog wel weten wat achterblijven is, staat niets minder dan ons vermogen anderen gastvrij te ontvangen op het spel. 

 

Tekst: Mark Leegsma

 

In Achterblijven vraagt Marli Huijer zich eerst en vooral af wat dat fenomeen van binnenuit kenmerkt. Daartoe wendt zij zich tot in kunst en literatuur gestolde ervaringen. Ook legt zij, in de voetsporen tredend van filosofen Hannah Arendt en Jean-Paul Sartre, grote nadruk op achterblijven in een ‘lokaliteit’. In pregnante zin blijven we achter wanneer een naaste, met wie we zo’n lokaliteit of betekenisvolle omgeving delen, definitief vertrekt. De emigrant laat een gapend gat achter, een afwezigheid die aanweziger is dan het feitelijk aanwezige.

Tegelijk is een definitief afscheid van de emigrant ons ontzegd. Zijn lot is voor ons zo ongewis dat we niet eens kunnen vaststellen of hij het leven heeft gelaten. De emigrant is een ‘levende dode’ wiens afwezigheid ons, juist vanwege die unheimliche tussenstatus, verhindert de banden te verbreken en door te gaan met ons eigen leven. Dankzij de kwellende leegte die de emigrant heeft achtergelaten blijven we op zijn terugkeer anticiperen.

Met name die anticipatie zou ons er volgens Huijer toe bewegen de lokaliteit te onderhouden en zelfs te verbeteren. Dat zou gelden voor de materiële cultuur van gebruiksvoorwerpen, bouw- en kunstwerken tot de gemeenschap in sociale en politieke zin. Om het fenomenologische verband tussen achterblijven en gastvrijheid compleet te maken, wijst Huijer er tot slot op dat de eigenlijke achterblijver zich goed kan verplaatsen in de figuur van de immigrant of nieuwkomer. Iedere immigrant is immers ook een door een achterblijver gemiste emigrant.

Maar er zijn redenen om aan te nemen dat Europeanen het achterblijven zijn verleerd. Tot na de Tweede Wereldoorlog was Europa een emigratiecontinent: er vertrokken beduidend meer mensen dan er door migratie bij kwamen. Vlak na de oorlog kende ook Nederland een grote golf vertrekkers naar de VS, Canada en Australië. Eeuwenlang was achterblijven aan de orde van de dag.

Met de explosief toegenomen welvaart in Europa werd echter eerst een van de belangrijkste redenen om elders het geluk te gaan zoeken weggenomen. Vervolgens ontnam de sprong in communicatietechnologie en mondiale mobiliteit zowel vertrek als achterblijven zijn definitieve karakter. De ontwikkeling in onze tijd is eerder dat we misschien voor een poosje naar een buitenland vertrekken om na een paar jaar weer terug te keren: emigratie maakt plaats voor ‘semigratie’, aldus Huijer.

 

Terwijl de mobiele Europeaan zich om de lokaliteit waar hij af en toe in ‘landt’ sowieso niet bekommert, kan de immobiele Europeaan voor die andere ‘mobiele’ groep van al dan niet gevluchte nieuwkomers slechts een gevoel van bedreiging opbrengen. Geen van beiden zal hun een warm welkom bereiden.

 

Het verdwijnen van ‘eigenlijk’ achterblijven voorspelt voor het gastvrij openstellen van de lokaliteit weinig goeds, meent de Denker des Vaderlands. In navolging van de sociologische denker Zygmunt Bauman bespeurt zij een almaar scherper wordende tweedeling in welvarend Europa. Aan de ene kant is er de welgestelde mobiele Europeaan die overal ter wereld ervaringen shopt zonder in een lokaliteit wortel te schieten; aan de andere kant de arme en derhalve immobiele Europeaan, die in plaats van achter te blijven de vernedering van het vastzitten moet verdragen. Terwijl de mobiele Europeaan zich om de lokaliteit waar hij af en toe in ‘landt’ sowieso niet bekommert, kan de immobiele Europeaan voor die andere ‘mobiele’ groep van al dan niet gevluchte nieuwkomers slechts een gevoel van bedreiging opbrengen. Geen van beiden zal hun een warm welkom bereiden.

Met de verdwijning van eigenlijk achterblijven brokkelt de zorg om lokaliteit af en verschraalt het empathisch vermogen. Bovendien weerspiegelt de vluchtelingencrisis een diepere en algemenere mobiliteitscrisis. Zulks zijn de belangrijkste conclusies die Huijer uit haar fenomenologisch onderzoek trekt. Betekent dit dat de oplossing alleen gelegen kan zijn in het opheffen van de feitelijke sociaal-economische barrières van mobiliteit? Hebben we de vluchtelingencrisis pas echt bezworen wanneer we een universeel vrij verkeer van personen zullen hebben verwezenlijkt? Huijer lijkt daar inderdaad op te zinspelen.

Natuurlijk zou het prachtig zijn als niemand waar dan ook ter wereld zijn huis en haard definitief achter zou hoeven laten om het gevaarlijke avontuur van elders opnieuw beginnen aan te gaan. In een ideale wereld waren we allemaal welvarend en zouden we nooit vluchten, toch? Maar wat doen we in de tussentijd van een minder-dan-ideale wereld aan de opvang van vluchtelingen in een almaar dieper verdeeld Europa? Die vraag verdient meer dan een paar idealistische wenken. Met dat onbevredigende besluit doet Huijer haar eigen boek tekort. Want als veelzijdige en goed onderbouwde fenomenologie van de voorwaarden van gastvrijheid is Achterblijven wel degelijk de moeite waard.

 

Marli Huijer: Achterblijven, een nieuwe filosofie voor een grenzeloze wereld. Boom, 2016. 

0 Flares Twitter 0 Facebook 0 Google+ 0 LinkedIn 0 0 Flares ×

Reageer