Een dag op de woonboot

0 Flares 0 Flares ×

Amsterdam Centraal, half negen in de ochtend. Aan de drukte komt geen eind. Is er geen peloton van rolkoffers dat de onoplettende wachtende van zijn sokken veegt, dan is er wel een toerist die de weg vraagt of iemand die botsend en duwend langs rent om een trein te halen. Aan de noordzijde van het station wordt het rustiger. Mits de reiziger de aansnellende fietsers weet te ontwijken, ligt het IJ vredig klotsend aan zijn voeten. Soms is er zelfs iemand rustig aan het vissen, weggedoken in zijn kraag. Meeuwen krijsen als aan zee. 

Tekst: Florian Jacobs

 

Een nieuw verkeerselement doet een aangename bijdrage aan de toegenomen rust: het pontje. Amsterdam-Noord, een van de snelst groeiende stadsdelen van Amsterdam, is nog altijd voornamelijk per schommelende pont te bereiken. Nu, tijdens het spitsuur, valt de drukte ook hier niet mee. De mensen staan samengeperst, schijnbaar bij honderdtallen, tegen de reling aan. Het pontje maakt zich daar niet druk om. Het dobbert eerst langzaam in de juiste richting, voordat het er de vaart inkrijgt. Sommige meeuwen zeilen mee.

Zo’n vijf minuten later klinkt het gepiep dat aankondigt dat de overkant is bereikt. De mensenmeute gaat huns weegs. Vrijwel niemand blijft achter op het aankomstplatform. Alleen de bezoekers van de boot van René Gude en zijn vrouw Babs van den Bergh fietsen, scheuren of lopen niet verder. Die drentelen misschien nog wat, horen de meeuwen aan, bewonderen de zwanenfamilie die een nest aan het bouwen is en manoeuvreren tussen de fietsenparkeerhekjes door naar een groene deur tussen het struikgewas. Daarachter, na het tuinpad, ligt de woonboot waar de Denker des Vaderlands zijn gedachtespinsels bouwt.

 

Woonboot, half elf in de ochtend. René en ik hebben het filosofische nieuws doorgenomen – er stond iets onaardigs over Kant in een filosofisch tijdschrift en dat mag niet – de eerste kan koffie soldaat gemaakt en nemen nu het manuscript van een nieuw werk door. Er moeten hoofdstuktitels worden bedacht bij een stuk of twintig hoofdstukken. En dat moet vandaag. René herleest de tekst en roept enkele woorden die in hem opkomen. Ik noteer de kernwoorden, samen brouwen we er inleidingen in het hoofdstuk van en daaruit volgt een kwinkslag van René die als titel dient. Een ander peinst dagen over een geschikte titel, ik sta paf dat René de ene na de andere originele aanhef weet op te dissen in een tijdsbestek van luttele minuten. Het is je reinste poëzie. Zo komt het boek snel af.

 

Woonboot, half een ’s middags. De coauteur van het boek kwam langs en deed vrolijk mee met het bouwen van hoofdstuktitels. Vervolgens bespraken we krantencolumns – René komt dagelijks in een landelijke krant en het lijkt erop dat hij de hele menselijke geschiedenis in die columns wil uitleggen – en maakte ik broodjes pindakaas klaar. Nu is de coauteur ervandoor en bezoek twee gearriveerd: een fantastische grappenmaker. René en hij bespreken de stand van de wereld en improviseren eigenlijk een glorieus cabaret in elkaar. Ik had dit op moeten nemen.

 

We bespreken de krantencolumns – René komt dagelijks in een landelijke krant en het lijkt erop dat hij de hele menselijke geschiedenis in die columns wil uitleggen – en ik maak broodjes pindakaas klaar.

 

Woonboot, twee uur ’s middags. René doet een middagdutje. Intussen heb ik de menselijke vermogens volgens Aristoteles in kaart gebracht – daar had René om gevraagd – en spit ik de oude artikelen van René door. Ik zoek een vertaling die hij ooit van het werk van die andere René, Descartes, heeft gemaakt. Aha, gevonden. Is dit een vertaling? Dit is een herschrijven! René Gude weet beter dan René Descartes wat René Descartes eigenlijk bedoelde en dus schrijft René Gude het op zoals René Descartes het oorspronkelijk had bedoeld. Oké, in de grote categoriseermap ermee. We kunnen dit vast gebruiken.

 

Woonboot, half vier. René is wakker en heeft er zin in. We gaan een nieuw boek maken! Verstandhoudingen moet het gaan heten, een boek met teksten van Renés favoriete filosofen en Renés hoogstpersoonlijke uitleg van die filosofen. Dát is wat je kunt leren van Descartes, Kant en Sloterdijk. En doe Wittgenstein er ook maar bij, want die kan je helemaal helpen om de knoopjes uit je verstand te halen. Ik loop de boekenkasten langs om werken uit de kast te plukken. Het huiswerk luidt: grondige Duitse filosofie doorlezen en samenvatten voor René. Ze bedoelen het allemaal goed, maar vergaten humor in hun tekst te stoppen. Een goeie grap, dan gaat filosofie leven!

 

Pontje, half zes. De donkerte valt en het spitsuur is in volle gang. Aan de linkerzijde van de pont schitteren de lichten van het station en ratelen de treinen voorbij. Aan de rechterzijde zie ik nog juist de grote ramen van de woonboot. De zwanen glijden voorbij, hun kleintjes dobberen mee. Het licht is aan; Babs loopt rond. René zal wel aan het kletsen zijn. Tot morgen!

0 Flares Twitter 0 Facebook 0 Google+ 0 LinkedIn 0 0 Flares ×

Reageer