Beminnen zonder te bekennen

0 Flares 0 Flares ×

Is het tijd voor een nieuwe seksuele revolutie? Dat is de vraag waarmee Beminnen: Nieuw licht op seksuele vrijheid van Marli Huijer begint. Op het eerste gezicht lijkt dat bijna een vermoeiende vraag. Zijn we eindelijk zo ver dat homo’s kunnen trouwen, de clitoris in kaart is gebracht en transseksualiteit geen taboe meer is, moeten we alweer een seksuele revolutie! Waarom? We zijn toch juist zo goed op weg naar seksuele vrijheid?

Tekst: Marthe Kerkwijk

Steeds meer taboes worden doorbroken. Je kunt tegenwoordig gewoon op je werk zeggen dat je bi bent zonder meteen ontslagen of gepest te worden. Er is een breed scala aan seksuele identiteiten beschikbaar waarmee we ons kunnen identificeren. Maar hebben we daarmee echte winst geboekt op het gebied van seksuele vrijheid? Of sluipen met deze ontwikkeling ook weer nieuwe vormen van onvrijheid door de achterdeur naar binnen?

In haar boek pleit Huijer voor minder nadruk op seksuele identiteit om zo meer ruimte te scheppen om gewoon lief te hebben zoals je wilt. Want hoewel we tegenwoordig naar hartenlust kunnen bekennen hetero-, homo-, trans-, a-, pan-, bi- of interseksueel, mono-, bi- of polygaam, happy single, queer, gelukkig getrouwd, kinkliefhebber, non-binary, dom of sub te zijn, betekent dit niet zonder meer dat we daarmee ook werkelijk seksuele vrijheid hebben verworven. Deze kleurrijke selectie aan etiketten brengt namelijk een heel nieuwe reeks geboden en verboden met zich mee, die niet minder dwingend zijn dan de onderdrukkende moraal van voor de seksuele revolutie van de jaren zestig.

Bekentenissenbeesten
Huijer beroept zich bij haar betoog op het werk van Foucault. Volgens Foucault zijn wij ‘bekentenissenbeesten’. We verlangen van onszelf en elkaar dat we openlijk opbiechten wie we zijn en wat we doen. Maar door onszelf op te biechten roepen we een hele batterij verwachtingen op ons af. Van mensen die zichzelf als homo identificeren vragen we steevast het verhaal te vertellen van hoe ze uit de kast kwamen, maar hetero’s vragen we dat niet. Mannen worden geacht altijd zin in seks te hebben en vrouwen moeten van seks leren genieten en orgasmes opeisen, anders tel je niet meer mee tegenwoordig. Maar bovenal worden we allemaal geacht ons te houden aan de normen die horen bij de seksuele identiteit die we onszelf opleggen. Ben je homo? Dan heb je wel wat uit te leggen als je vervolgens een seksuele relatie begint met iemand van het andere geslacht. Ben je getrouwd? Dan moet je een verklaring afleggen als je vrijt met iemand die je echtgenoot niet is. Dan moet je namelijk het plakkertje ‘open relatie’ of ‘polyamoreus’ accepteren, anders ben je namelijk gewoon een ordinaire vreemdganger. Onze seksueel ‘vrije’ maatschappij    verwacht dat we onze seksuele gedragingen netjes opbiechten en onszelf keurig rubriceren. Volgens Foucault is dat een vorm van strenge disciplinering en dus helemaal niet zo vrij.

Macht
Als je, zoals Huijer, Foucault leest, kun je niet heen om zijn analyse van de macht die aan deze disciplinering ten grondslag ligt. Het is zinnig om je af te vragen wie nu eigenlijk baat heeft bij onze seksuele biechtcultuur. Dat zijn, zegt Huijer, vooral overheden en commercie. Het is voor beleidsmakers handig om mensen in seksuele groepen in te kunnen delen en seksueel gedrag in kaart te kunnen brengen en te kunnen voorspellen. Maar vooral de commercie heeft er baat bij te weten in welk seksuele hokje mensen zichzelf plaatsen en erop te kunnen vertrouwen dat ze zich daar ook netjes naar gedragen. Er gaan grote sommen geld om in de seksbranche, en ook de film- en reclame-industrie speelt in op seksuele normen, modes en verwachtingen. Kortom: je seksuele identiteit is waardevolle marketinginformatie voor veel bedrijven.


Huijer pleit voor minder nadruk op seksuele
identiteit om zo meer
ruimte te scheppen om gewoon lief te hebben zoals je wilt

 

Politieke polarisatie
Daarnaast toont Huijer met een persoonlijk voorbeeld en voorbeelden uit de actualiteit, dat onze ‘vrije’ seksuele mores vaak worden ingezet als politiek middel om de verschillen tussen onze westerse cultuur en andere culturen te verscherpen. Het beeld van andere – met name islamitische – culturen als seksueel onderdrukkend wordt gebruikt als argument om die culturen uit de onze te weren. Huijer stelt daarmee een ongemakkelijke vraag: is het wel echt zo dat culturen waarbinnen het niet gebruikelijk is je seksuele identiteit op te biechten daarom minder seksuele vrijheid kennen? Dat is niet zo eenvoudig gezegd, betoogt Huijer. Als je de rijke erotische cultuuruitingen in de geschiedenis van islamitische culturen bekijkt en je zet daar tegenover de schrikbarende cijfers over geweld     tegen homo’s in de ‘vrije’ Nederlandse samenleving, valt er op zijn minst ook een ander verhaal te vertellen naast de mythe van voortdenderende seksuele bevrijding in het westen waar andere culturen bij zijn achtergebleven.

Homohuwelijk en vrouwelijke seksualiteit
Een concrete casus vormt voor Huijer het homohuwelijk. We zijn in Nederland trots op onze voorlopersrol in het erkennen en mogelijk maken van het huwelijk voor stellen van gelijk geslacht. Dat is toch onmiskenbaar vooruitgang, zou je zeggen. Maar feministen hebben al decennia geleden de vraag gesteld of het huwelijk niet eigenlijk een gevangenis is, met alle sociale verwachtingen, verplichtingen en regelgevingen die erbij komen kijken. Disciplinering pur sang, als je door de Foucaultbril kijkt. Is het dan wel vooruitgang te noemen om nog meer groepen mensen in die gevangenis op te sluiten?

De vrouwelijke seksualiteit is net zoiets. Vroeger moesten vrouwen gedwee de benen spreiden voor hun echtgenoot, die na een dag hard werken recht had op een robbertje ontspanning, nu mogen ze rampetampen met wie ze willen en van de arme drommels nog orgasmegarantie verwachten ook. Mogen? Huijer vreest dat het imperatief om jezelf van je preutsheid te bevrijden bijna het karakter van moeten begint te krijgen. Het verbod op seksueel genot is vervangen door het gebod tot seksueel genot. Met alle onzekerheid van dien, want voor je het weet ga je denken dat er iets mis is met je als je daar niet aan voldoet.

Plezier en erkenning
Huijer stelt voor dat we ons eens iets minder tot een seksuele identiteit bekennen en wat meer trouw blijven aan onze persoonlijke, particuliere behoeften en ervaringen door intieme verbintenissen aan te gaan met wie we willen, wanneer we willen en hoe we willen, en daar met hen naar hartenlust over te praten zonder ons te verbinden aan verwachtingen die horen bij een identiteit. Ook zonder seksuele identiteit kun je seksueel plezier beleven. Daarnaast acht ze het verstandig kritisch te blijven kijken naar machtsstructuren in onze eigen cultuur, voordat we verschillen met andere culturen gebruiken als stok om mee te slaan.

Het argument van Huijer is helder en goed onderbouwd. Ze schuwt de ongemakkelijke vragen niet en daarmee voorkomt ze dat het essay leest als uitgekauwde politieke correctheid. Voor zowel de free-love-hippies uit de jaren zestig als de LGBTQI-activisten en feministen van vandaag biedt ze voldoende voer voor zelfkritiek, dat het waard is in overweging te nemen. Het betoog is genuanceerd: ze levert stevige kritiek op te gemakkelijk vooruitgangsdenken over seksuele vrijheid zonder terug te vallen in conservatisme of pessimisme. Ze levert namelijk niet alleen kritiek, maar biedt ook suggesties ter verbetering.

Toch vraag ik me af of Huijer het belang van sociale erkenning niet onderschat. Foucault wist goed dat onze voorkeuren en verlangens door sociale machten worden bepaald. Je verbindt je ergens mee, herkent je ergens in en zet je weer tegen andere dingen af en zo vorm je jezelf. Macht is dus niet per se iets verkeerds, maar kan ook bevrijdend werken. Door je aan te sluiten bij mensen die vergelijkbare ervaringen hebben als jij kun je de erkenning krijgen die een mens hard nodig heeft. Misschien zijn seksuele identiteiten daarvoor functioneel. Als je kunt zeggen ‘ik ben transseksueel’ is het misschien makkelijker om erkenning te krijgen voor de set ervaringen die daarbij komen kijken dan wanneer je telkens die ervaringen zelf moet uitleggen. Identiteiten als verzameltermen voor echte, herkenbare maar onderdrukte ervaringen dienen misschien een emancipatoir doel. Dat neemt natuurlijk niet weg dat je dat doel voorbij schiet als de identiteit een keurslijf wordt. Dat toont Huijer feilloos aan.

Marli Huijer, Beminnen: Nieuw licht op seksuele vrijheid. Ambo|Anthos, 2018 

0 Flares Twitter 0 Facebook 0 Google+ 0 LinkedIn 0 0 Flares ×

Related Posts

Schermafbeelding 2019-04-07 om 20.59.54

Jeukwoorden

Schermafbeelding 2019-04-07 om 20.54.21

Husserl roept op tot actie

Para-doxale column René ten Bos: Kant

Schermafbeelding 2019-04-07 om 20.40.05

Een betondicht gesprek

Reageer