Begin bij de wereld

0 Flares 0 Flares ×

‘Hoe komen we tot een betekenisvolle relatie met de ander?’ Zo luidt de ondertitel van Amor Mundi, het nieuwste boek van Peter Venmans. Een boektitel die Hannah Arendt ooit opperde maar nooit gebruikte. Venmans pakt de vraag op en constateert in navolging van Arendt dat niets problematischer is dan onze houding tegenover de wereld terwijl de liefde voor het zelf is toegenomen. Omdat zingeving niet van binnenuit komt maar van buitenaf luidt zijn advies: begin bij de wereld. 

Tekst: Marieke Veen

 

peter-venmans

Amor mundi, ‘liefde voor de wereld’, behelst de zorg om de pluraliteit, de bereidheid om samen te leven met andersdenkenden en vreemden met wie we de wereld delen. Om te achterhalen welke betekenis het begrip in het heden heeft en in de toekomst kan hebben, onderzoekt de Vlaamse filosoof Peter Venmans de begripsgeschiedenis van amor mundi.

Hoewel naastenliefde in het christendom een goddelijke plicht was, eiste amor dei, de liefde voor God, een zekere wereldverzaking. In de moderne tijd sloeg deze religieuze liefde om in eigenliefde. De grondleggers van het liberalisme veronderstelden dat individuele vrijheid en het najagen van het eigenbelang de gemeenschap ten goede kwamen. Van amor mundi was dus nauwelijks sprake. De zogenaamde onzichtbare hand zou uitspattingen in goede banen leiden.

Toen het neoliberale tijdperk in 2008 uitmondde in een economische crisis bleek het tegendeel het geval. De vraag drong zich op: ‘welke gemeenschappelijke toekomst willen we?’ Vanuit die vraag contrasteert Venmans de wereldloosheid met twee voorwaarden voor amor mundi: de liefde die mensen behoeven en de menselijke pluraliteit die nodig is om van een wereld te kunnen spreken.

 

Van geluksdenken naar liefdesdenken 

Venmans stelt dat we geluk inmiddels belangrijker vinden dan liefde. Terwijl het streven naar geluk al uit de oudheid dateert – denk aan het begrip ‘eudaimonia’ – varieert de inhoud van geluk door de eeuwen heen. Jeremy Bentham, een van de grondleggers van het utilitarisme, reduceerde geluk tot ‘subjectief welbevinden’, wat onmeetbaar bleek. Volgens Foucault leidde Benthams nutsdenken echter tot een disciplinemaatschappij. Het neoliberalisme versterkte het nutsdenken, streefde naar conformisme en verving de disciplinemaatschappij door een prestatiemaatschappij. Denkers als Martha Nussbaum pleiten niet voor zo veel mogelijk subjectief welbevinden, maar eerder voor de maximale ontplooiing van onze natuurlijke vermogens.

Volgens Venmans creëert waardering voor de pluraliteit van mensen ruimte voor amor mundi. Hannah Arendt liet zien hoe weinig liefde te maken heeft met zelfontplooiing en dus met geluk. Om de liefde te begrijpen moeten we volgens haar ophouden met denken in termen geluk. De liefde confronteert ons met een werkelijkheid ‘waarin we ons zonder vrees of hoop dienen te schikken’. De liefde voor de wereld weegt soms zwaarder dan het ideaal van zelfontplooiing. Terwijl geluksdenken gericht is op het zelf, is er bij liefdesdenken ruimte voor amor mundi.

Venmans merkt op dat er in onze sentimentele cultuur geen plaats is voor amor mundi. Het hebben van gevoelens stellen we gelijk met de expressie ervan. Alleen wat zichtbaar is bestaat – een overtuiging die de spektakelmaatschappij versterkt. We hebben ons verstand echter nodig om onze gevoelens op waarde te schatten en er niet in te verdrinken of erdoor te worden meegesleept.

 

Voorbij subjectieve wensen

Amor mundi behelst liefde voor de veranderlijkheid van menselijke verhoudingen en is daarom liefde voor vrijheid. Venmans zet amor mundi tegenover het Nietzscheaanse amor fati waarin je individueel je lot en het leven omarmt. In plaats van te strijden tegen het eenzame lot – zoals Camus’ Sisyphus – kunnen we ons vermogen tot verontwaardiging over het leed van anderen inzetten voor amor mundi. In de identificatie met andermans leed overstijgen we het individuele perspectief.

Verontwaardiging is echter alleen geloofwaardig als we handelen naar de oordelen die we vellen. Pas dan is er sprake van amor mundi. Dit vereist de moed om het absurde levensgevoel van het zinloze leven achter ons te laten en open te staan voor de wereld. Het vraagt verzet tegen onacceptabele situaties, een ‘nee’ dat een nieuwe gemeenschappelijke wereld mogelijk maakt.

Omdat we wereldse wezens zijn, dragen we verantwoordelijkheid voor de wereld en het nageslacht. Dit vereist liefde voor een wereld die nog komt. Amor mundi gaat daarom verder dan het subjectieve pragmatisme. Het vraagt dat we ons laten leiden door gevoeligheid voor het transcendente en het vreemde en dat we onze subjectieve wensen loslaten. Denken in eigen voordeel verandert dan in zelf denken met oog op de hele mensheid en het nageslacht.

 

Van de wereld houden

Terwijl de vraag naar de zin van het bestaan vertrekt vanuit de individuele sterfelijkheid draait Arendt het om: ‘gedenk te leven.’ Geboortelijkheid betekent voor haar ‘steeds opnieuw beginnen’, het voornaamste vermogen van de mens. De hamvraag is volgens Venmans daarom: ‘Beschikken we over genoeg amor mundi om de wereld telkens te vernieuwen én te delen met alle anderen?’

In zijn queeste verbindt Venmans twee uitspraken met elkaar: ‘de werkelijkheid van de liefde is het kind’ van György Konrád en ‘het kind vertegenwoordigt de wereld’ van Hannah Arendt. Hij constateert dat het kind de verbindende factor is voor amor mundi. Opvoeding is daarom belangrijk maar het belangrijkste domein van amor mundi blijft de intersubjectiviteit.

Aan het einde van zijn zoektocht concludeert Venmans dat het gaat om amor sui – eigenliefde – én amor mundi, omdat liefde voor de wereld nooit zover kan gaan dat zij het zelf uitwist. Amor mundi betreft de moed te weten, te oordelen en te handelen. Van de wereld houden door de wereld te ondergaan en mee vorm te geven creëert een sterk en autonoom ik. Zijn advies luidt daarom: ‘begin bij de wereld’.

In zijn essays neemt Venmans de lezer mee op zijn zoektocht naar amor mundi. Hij geeft het begrip gaandeweg inhoud door het vanuit verrassende insteken te vergelijken met naastgelegen en tegenovergestelde concepten. Het is jammer dat Venmans niet toekomt aan het concretiseren van zijn antwoord op de vraag die hij in de ondertitel van zijn boek stelt. Maar Venmans toont verbanden, benoemt verschillen en laat amor mundi krachtig geboren worden om iets nieuws in de wereld te brengen. Iets moois, iets goeds, iets om daden aan te verbinden!

 

Peter Venmans: Amor Mundi. Hoe komen we tot een betekenisvolle relatie met de ander? Uitgeverij Atlas Contact, 2016 

0 Flares Twitter 0 Facebook 0 Google+ 0 LinkedIn 0 0 Flares ×

Reageer